Gigli betekent ‘lelie’ in het Italiaans. Als je geen gigli kunt krijgen, hoeft dat geen probleem te zijn. Met castellane of farfalle wordt dit gerecht net zo lekker.
1. Begin met het voorbereiden van je ingrediënten. Snijd de parmaham in reepjes en hak de ui fijn. Schil de asperges met een dunschiller, breek er de houtachtige stukjes af en gooi die weg. Snijd de asperges in plakjes en houd de topjes apart.
2. Leg de reepjes ham in een grote droge koekenpan, zet die op matig hoog vuur en bak ze 5 minuten, of tot ze krokant zijn. Schep 3 eetlepels olie in de pan, doe er de uitjes bij en laat ze terwijl je regelmatig roert 2 tot 3 minuten zweten tot ze zacht zijn.
3. Kook de gigli intussen zeer al dente in een grote pan gezouten kokend water – ze garen verder in de saus, dus het is heel belangrijk dat je ze niet te lang kookt. Doe de asperges in de koekenpan en giet er 2 minuten later de hete bouillon bij. Laat 5 minuten pruttelen, roer er de topjes door en laat ze de laatste minuut meekoken.
4. Giet de gigli af, houd een kopje van het kookwater apart, en stort ze bij de saus. Roer voorzichtig, giet er eventueel een scheutje kookwater bij om het lekker smeuïg te maken, en laat nog een paar minuten koken zodat de pasta de heerlijke smaken kan absorberen.
5. Voeg peper en zout naar smaak toe, rasp er de parmezaan over, roer er een kneepje citroensap door en strooi er aan tafel nog wat extra geraspte parmezaan over.
Dit recept komt uit ‘Het pastaboek’ van Gennaro Contaldo (€ 9,99, Kosmos Uitgevers).