De macaron, het beroemde koekje van eiwit, amandel en suiker, heeft veel fans over de hele wereld en daar reken ik mijzelf ook zeker toe. Als je er een taart van maakt in plaats van ze los te serveren, scoor je gegarandeerd!
ganache
Doe de puree in de pan, roer de invertsuiker erdoor en breng aan de kook. Schenk het hete mengsel over de chocolade en roer tot deze is gesmolten en goed is vermengd. Laat de ganache 18 uur rusten.
taartbodem
Verwarm de oven voor op 170 °C.
Klop de eidooiers luchtig met een garde of mixer. Meng de bloem met het bakpoeder, zout en de suiker. Meng het bloemmengsel door de luchtig geklopte eidooiers. Meng als laatste de zachte boter erdoor. Het beste resultaat geeft de garde in een planeetmenger.
Vet de taartring in met olie en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Druk het deeg in de vorm. Bak het deeg circa 15 minuten, verwijder de vorm. Zet de oven op 180 °C. Bak de bodem circa 15 minuten verder. Laat de bodem afkoelen.
macarons
Draai voor de amandelbasis het amandelschaafsel in de keukenmachine tot een fijn poeder. Voeg de poedersuiker in drie stappen toe. Roer de kleurstof door het eiwit en spatel dit eiwitmengsel vervolgens door het amandelsuikermengsel. Zet apart.
Verwarm de suiker voor de eiwitbasis met het water in een pan op matig vuur tot 118 °C. Klop het eiwit luchtig met een mixer. Neem de suikersiroop van het vuur, zet de mixer op halve snelheid en schenk de siroop bij het eiwit. Mix nog circa 5 minuten.
Spatel eerst een derde en vervolgens de resterende eiwitbasis door de amandelbasis en doe het mengsel in een spuitzak. Spuit beslagrondjes van circa 3 centimeter doorsnede op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat 30 minuten staan.
Verwarm de oven voor op 115 °C. Bak de macarons circa 25 minuten. Open de ovendeur halverwege de baktijd enkele seconden zodat vrijgekomen vocht kan ontsnappen.
Spuit een laagje ganache op een macaronhelft en druk er een tweede helft op. Vul de taartbodem met op zijn kant gezette macarons en decoreer met rood fruit.
—
Dit recept komt uit het boek ‘De Brabander bakt’ van Hidde de Brabander.