Serveer couscous bij deze heerlijke salade van falafel en je hebt een grandioze maaltijd.
Het belangrijkste bij deze falafel is dat je de ingrediënten heel goed pureert, net zolang tot je een dikke pasta hebt. Als de stukjes grof zijn, verbranden de balletjes sneller en vallen ze tijdens het frituren uit elkaar. Deze puntige falafels hebben een lekker knapperig korstje en zijn vanbinnen smeuïg en felgroen. Gebruik gerust verse of ontdooide erwtjes in plaats van tuinbonen; dat is minstens net zo lekker.
1. Breng een pan water aan de kook en kook de tuinbonen 1 minuut. Giet af en spoel de tuinbonen af onder de koude kraan zodat ze wat afkoelen.
2. Knijp de bonen uit hun velletjes. Je hebt nu ongeveer 250 g heldergroene, dubbelgedopte tuinbonen.
3. Zet het S-mes in de foodprocessor (of gebruik een goede blender) en hak de munt en peterselie fijn. Voeg de tuinbonen toe en pureer tot het een dikke pasta is. Schep in een mengkom, voeg de rest van de ingrediënten toe, behalve de olie, en kneed kort tot alles goed is gemengd.
4. Neem twee lepels (eventueel nat gemaakt) en vorm ovalen balletjes met gepunte uiteinden.
5. Frituur 3-4 minuten in de hete olie tot de balletjes mooi bruin zijn. Dien de falafels op in diepe borden met pompoen uit de oven, roze zuurkool en rucola.
6. Besprenkel met cashew-yoghurtsaus of tofumayonaise. Een vullende en voedzame maaltijd!
Dit recept komt uit het boek ‘Falafel’ van Dunja Gulin (€9,99 Becht).