Chili con carne is het ultieme comfortfood voor doordeweeks. Hij is namelijk heel makkelijk om te maken en bovendien heerlijk op een koude herfst- of winterdag. Heb je iets meer tijd? Laat de chilistoof dan 30 tot 60 minuten langer pruttelen op het vuur, dan wordt-ie nog lekkerder.
1. Zet de grootste braadpan die je hebt op matig hoog vuur. Giet er 2 flinke scheuten olijfolie in en doe er de gehakte groenten bij. Voeg het chilipoeder, de komijn, de kaneel en een snuf zout en peper toe. Laat 7 minuten bakken, terwijl je elke 30 seconden roert, tot de groenten zacht zijn en wat kleur hebben gekregen.
2. Doe er dan de uitgelekte kikkererwten en kidneybonen, en de tomatenstukjes bij. Voeg het gehakt toe en steek de grootste klonten met een houten lepel stuk. Vul een van de lege blikjes met water en giet dat in de pan.
3. Pluk de korianderblaadjes van de steeltjes en zet ze zolang in de koelkast. Hak de gewassen steeltjes fijn en roer die door het mengsel in de pan. Giet de balsamicoazijn erbij en voeg nog een flinke snuf zout en peper toe. Breng het mengsel aan de kook en laat het ongeveer een uur zachtjes pruttelen op laag vuur, met het deksel schuin op de pan. Roer af en toe om te voorkomen dat het aanzet.
4. Kook intussen de rijst (zie ‘Jamie’s basisrecept voor luchtige rijst’ onderaan het recept).
5. Verdeel de rijst en chili over grote kommen of zet ze in grote pannen midden op tafel en laat ieder voor zichzelf opscheppen. Als je niet zo van rijst houdt, is chili con carne ook lekker met een stuk knapperig brood, een gepofte aardappel of couscous. Geef er een kommetje biologische yoghurt, guacamole en een paar partjes limoen bij en bestrooi de chili met korianderblaadjes. Ik maak er altijd graag een mooie groene salade bij.
Dit recept komt uit het boek ‘Jamie’s kookrevolutie’ van Jamie Oliver (€ 24,50, Kosmos Uitgevers).
