Mamma Mia! Van dun tot dik, van hartig tot zoet en van rijkelijk belegd tot dubbelgeklapt. Met een goede basis en deze tips bak je in no time de allerbeste pizza’s!
1. Giet het lauwwarme water in een grote kom, voeg het zout toe en laat het al roerend oplossen. Voeg dan de bloem en gist toe en meng ze met een grote vork of een pollepel erdoor. Stort het deeg als het redelijk samenhangend is op een schoon werkvlak ‒ hiervoor hoef je geen bloem op het werkvlak te strooien, want het deeg is nog redelijk droog.
2. Kneed het deeg door het met je handpalm van je af te duwen terwijl je in het deeg duwt. Herhaal dit en draai het deeg regelmatig. Voeg na 1 minuut een derde van de olie toe en herhaal nog 2 keer als de olie is opgenomen.
3. Na ongeveer 8 minuten kneden is het deeg klaar ‒ het hoeft niet zijdezacht te zijn; het mag best nog een beetje grof ogen, maar er mogen geen droge delen meer in zitten. Laat het deeg ongeveer 10 minuten rusten.
4. Gebruik een deegsteker om het deeg in gelijke stukken (à 200 g) te verdelen ‒ probeer met zo min mogelijk losse delen het gewicht te bereiken (elk los stukje deeg is een mogelijk zwakke plek in je pizza).
5. Neem een stuk afgestoken deeg (à 200 g) en vorm het tot een ronde schijf van 1 cm dik (0 6 cm). Vouw het deeg tegen elkaar, zodat het midden van het deeg omhoog steekt. Druk onderin goed aan zodat er spanning op de bovenkant ontstaat ‒ je hebt nu een langwerpige vorm.
6. Doe hetzelfde met de 2 uiteinden ‒ zorg ervoor dat alle plooien onder in de bol komen te zitten. Herhaal dit eventueel als de spanning in het deeg nog niet voldoende is.
7. Druk de overtollige plooien onder in de bol (wederom om de spanning op de bol te vergroten). Knijp de plooien dicht en houd dit als onderkant. Leg de bol op het werkvlak en druk hem aan. Maak de sluiting dicht door je handen verticaal op het werkvlak te plaatsen met de bol ertussen. Draai dan met je handen rondjes terwijl je de bol klemt ‒ de spanning op het deeg wordt nu groter. Herhaal dit met de rest van de deegbollen. Laat het deeg ongeveer 2 uur rijzen op kamertemperatuur.
8. Strooi wat maismeel op een schoon werkvlak. Neem een deegbol en druk hem voorzichtig plat in het meel, draai de bol om en doe dit nog eens. Druk nu met je vingers het deegstuk groter en zorg dat het deeg rond blijft. Leg het deeg op zijn kop en druk het nogmaals groter ‒ probeer de deegranden niet in te drukken, want dit wordt de rand.
9. Stretch het deeg zodra het groter is dan je hand (met gespreide vingers): plaats je handen verticaal boven in het deeg en volg de ronde rand met je complete hand (je vingers raken elkaar). Ga linksom rond; gebruik je rechterhand als ‘rem’ en beweeg je linkerhand iets naar boven en naar links buiten ‒ oefen alleen druk uit met je vingertoppen en de hele lengte van je pink. Maak de beweging niet groter dan een kwart lengte van het deeg, anders kan het gaan scheuren. Draai met behulp van je beide handen het deegstuk een kwart en herhaal de beweging in deze stap nog eens tot de pizza de grootte en dikte heeft die je wilt. Neem het deeg van het werkvlak en verwijder het overtollige maismeel van zowel het deeg als het werkvlak waarop je werkt. Leg het deeg terug en rek het eventueel nog iets groter.