Dit was een van de gerechten die in het restaurant in batches gemaakt moesten worden. Het begon met het pellen van gamba’s in ijskoud water, waardoor je handen blauw werden (brrr). Daarna moesten we van elke gamba het darmkanaal verwijderen en de gamba’s door een gehaktmolen duwen. Vervolgens voegden we zout en maïszetmeel toe en klopten het beslag 20 minuten: dat maakt het beslag stijf, zodat het steviger en elastisch wordt. Tot slot smeerden we het gambamengsel op stukjes witbrood en doopten de besmeerde kant in sesamzaad. De hele familie kwam eraan te pas. Dit recept is veel makkelijker.
1. Maal de gamba’s, het maïszetmeel, het ei en het zout in een keukenmachine tot een pasta.
2. Bestrijk elk sneetje brood met de pasta (wees niet te zuinig). Strooi het sesamzaad op een bord of een snijplank en druk het brood alleen met de besmeerde kant in het sesamzaad.
3. Verhit een laag van 5 tot 8 cm arachideolie in een grote pan of wok, tot de olie heet is maar niet walmt. Laat steeds één of twee stukjes brood tegelijkertijd (afhankelijk van de afmeting van de wok) in de olie zakken en bak in 30 tot 50 seconden aan beide kanten goudbruin. Haal het brood uit de olie en laat uitlekken op een bord bekleed met keukenpapier. Snijd de korstjes eraf, snijd in driehoekjes en serveer (ongeveer 2 tot 3 driehoekjes per persoon).
4. Het mooie van deze toastjes is dat je ze een dag van tevoren kunt maken en in de koelkast kunt bewaren. Zodra je gasten arriveren, hoef je het besmeerde brood alleen nog maar te bakken en serveer je binnen een paar minuten de heerlijke, zelfgemaakte toastjes.
