Sint-jacobsschelpen zijn bij ons thuis favoriet op een chique diner. Vaak in een voorgerecht, maar ook bij het hoofdgerecht doen ze het waanzinnig. Omdat je ze niet dagelijks eet – wij niet tenminste – is het extra feest om sint jacobsschelpen te kopen bij de visboer of op de markt. Theo Rendall: ‘Dit gerecht staat of valt met de kwaliteit van de ingrediënten, neem dus verse sint-jakobsschelpen (nog in de schelp) — ze zijn gemakkelijk te openen en schoon te maken.’
1. Doe de linzen met de hele teen knoflook in een pan. Schenk er ruim water bij en breng dat aan de kook. Kook de linzen in 25 minuten gaar.
2. Laat de linzen uitlekken en gooi de teen knoflook weg. Voeg zout en peper plus een scheutje olie toe; houd de linzen warm.
3. Snijd intussen de dikke middennerf uit de snijbietbladeren en snijd de bladeren overdwars doormidden. Blancheer ze in een pan kokend water met wat zout in ongeveer 3 minuten zacht. Laat ze goed uitlekken en knijp een teveel aan water eruit.
4. Bak de plakjes knoflook en het venkelzaad voor 30 seconden in 1 eetlepel olijfolie. Roer de snijbietbladeren er kort even door. Neem de pan van het vuur en houd de inhoud warm (doe er een deksel op).
5. Verhit een koekenpan op hoog vuur. Schep de sint-jakobsschelpen in een kom om met wat zout, peper en een scheutje olijfolie. Bak ze in de hete pan in 1 minuut per kant goudbruin.
6. Voeg de kappertjes, chilipeper, salieblaadjes en het citroensap toe. Serveer de sint-jakobsschelpen warm, met de linzen en snijbiet.
Credits: recepten Theo Rendall – fotografie Martin Poole