‘Dit is de pindasoep zoals mijn moeder em maakt. Je raad ’t al, maar mijn moeder is dus een blanke vrouw en geen Surrenaamer, daarom dus dingen als speklapjes in plaats van zoutvlees en geen bananenballetjes. Ik gebruik biomelogische kip omdat de bio-industrie walgelijk is. Als je weet hoe plofkip leeft, wil je dat nooit meer in je mond krijgen. Hetzelfde geldt voor de speklappies.’ Aldus Freddy Tratlehr.
1. Snipper de ui. Rasp de winterpenen en snijd ze in blokjes. Bak in een pan op middelhoog vuur de speklappies krokant.
2. Zet een ruime soeppan met 2 liter water op het vuur. Doe de kip, de bouillonblokjes, de ui, de winterpeen, de lauwerierbladeren en de peperkorrels in de pan en breng aan de kook. Pocheer de kip in ongeveer 1 uur gaar. Voeg de laatste 15 minuten de gebakken
speklappies toe.
3. Haal met een schuimspaan de kip en de speklappies uit de bouillon en laat even afkoelen. Snijd het kippenvlees en de speklappies in blokjes. Gooi de vellen en botten weg.
4. Snijd het witte stuk van de prei in ringen. Snijd de champignons in plakjes. Snijd de paprika en de aardappeljen in blokjes. Hak de knoflook en de rooie peper fijn. Voeg alles toe aan de bouillon en kook in ongeveer 10 minuten gaar.
5. Roer de hele pot pindakaas erdoorheen. Goed roeren. Voeg het kippenvlees en de spekblokkies toe. Breng op smaak met de sambal, de sojasaus, eventueel het gemberpoeder, zout en peper en garneer met de taugay.