Laura de Grave: ‘Ik zeg altijd: “Het leven is een groot feest, maar je moet zelf de taart bakken!” Of, nog beter: deze pannenkoekentaart. Of je ‘m nu als ontbijt, lunch, hoofdgerecht of nagerecht eet – pannenkoekentaart kan altijd. Nodig al je vrienden uit en snijden maar!’
2. Smelt een klontje boter in een hete koekenpan en schep er 1 flinke soepopscheplepel beslag in. Beweeg met de pan zodat het beslag over de bodem verdeeld wordt. Keer de pannenkoek als het beslag gestold en de onderkant goudbruin is. Bak zo nog meer pannenkoeken, tot het beslag op is. Je hebt dan 9 stuks. Laat de pannenkoeken apart van elkaar afkoelen.
3. Prak 80 g afwijkende bramen (heel grote, kleine of minder mooie) met een vork in een kom tot moes. Haal de blaadjes van de takjes munt. Snijd de blaadjes munt (houd 3 blaadjes achter om te garneren) fijn. Meng de munt door de bramenmoes. Giet het vocht uit de bakjes roomkaas. Meng de roomkaas in twee delen door de bramenmoes. Meng de suiker erdoor.
4. Leg 1 pannenkoek op een bord en bestrijk met 1 el bramenjam. Bestrijk een volgende pannenkoek met 2 el bramenroomkaas en leg op de eerste pannenkoek. Bestrijk nog 1 pannenkoek met 2 el bramenroomkaas en leg er bovenop. Verdeel een derde van de bramen over het bramenroomkaasmengsel.
5. Herhaal dit tot de pannenkoeken op zijn. Snijd de rest van de blaadjes munt fijn. Bestrooi de pannenkoekentaart met de munt. Serveer direct.
Foto credits: Jan Bartelsman.
