Ode aan ‘de vrouw’! Want wist je dat bij krabben de vrouwtjes meer visvlees bevatten dan de mannetjes? Bovendien smaken ze ook nog een stuk voller. Je kunt mannelijke en vrouwelijke krabben uit elkaar houden door te kijken naar het achterlijf, die zit onder het lichaam. Bij een mannetjeskrab is deze smal en bestaat het uit drie segmenten, bij de vrouwtjes is het achterlijf breed en bestaat het uit vijf of zes elementen.
1. Gebruik je rauwe krabbenpoten, breng dan een pan water met wat zout aan de kook. Voeg de krabbenpoten toe en kook ze 6-8 minuten. Neem ze eruit en laat afkoelen.
2. Snijd de krabbenpoten in de lengte voorzichtig (maar krachtig) open met een scherp mes, zodat het visvlees zichtbaar wordt. Hak de dragon in grove stukjes en doe hetzelfde met de peterselie.
3. Verhit 70 gram van de boter in een pan op middelhoog vuur, tot-ie bubbelt. Voeg de krabbenpoten toe en bak ze 2-3 minuten — schud de poten af en toe om.
4. Voeg de dragon toe en verhit hem 1 minuut mee. Doe de gehakte peterselie en de rest van de boter erbij en breng de krab op smaak met wat zout en peper. Knijp de halve citroen erboven uit en verhit dit alles nog ongeveer 1 minuut, tot de boter is gesmolten — roer af en toe. Serveer de krabbenpoten samen met de dragon-botersaus.
Credits Fotografie Davis Loftus Recepten Bart van Olphen Styling Inge Tichelaar.
