Deze knapperige groenten zijn een feestje voor de smaakpapillen. Dit recept komt uit het boek De bijbel van de Indonesische keuken, waarin Maureen Tan je meeneemt naar alle uithoeken van de Indonesië. Een smakelijke reis langs de bijzondere en verrassende eilandkeukens, van Sumatra tot Java en van Bali tot Sulawesi. Alle klassiekers komen langs: een recept voor deze knapperige groenten, maar natuurlijk ook rendang, gado gado en soto ayam.
1. Maal in de vijzel het zout, de lomboks, kentjoer, het kaffirlimoenblad, de trassi en de palmsuiker tot een fijne boemboe. Voeg verse kokos toe en meng goed door.
2. Breng een laagje water in de stoompan aan de kook en stoom de boemboe ongeveer 30 minuten in de stoominzet. Neem de pan van het vuur en laat de boemboe enigszins afkoelen.
3. Breng intussen een pan met ruim water en wat zout aan de kook en blancheer er achtereenvolgens de taugé, Chinese kool, paksoi en de waterspinazie 30 seconden in. Neem de groente met een schuimspaan uit het kookvocht, spoel na onder koud stromend water en laat goed uitlekken.
4. Breng opnieuw een pan met ruim water en wat zout en de nootmuskaat aan de kook en kook de sperziebonen in 34 minuten beetgaar. Spoel na onder koud stromend water en laat goed uitlekken.
5. Meng de groenten met de boemboe. Laat de smaken ongeveer 20 minuten intrekken. Serveer het gerecht op kamertemperatuur.
Voor 4 personen. Bereiding 45 minuten.
Benodigdheden