Kipsaté met zoete ketjap is weer een nieuw favorietje, hoor! Een klassieker in een Indonesisch jasje waar jong en oud van zal smullen. Als niet iedereen van pittige pindasaus houdt, serveer dan de gesneden rawits apart op een schaaltje met een paar lepels ketjap manis en wat vers citroensap erdoor. Oh, en nog een tip voor naast dit kipsatérecept: serveer er een frisse komkommersalade bij.
1. Rooster het korianderzaad enkele minuten in een droge koekenpan en maal het in de vijzel fijn.
2. Verhit wat olie in een wok op hoog vuur en fruit er de knoflook en de sjalot in. Maal ze in de vijzel fijn met het korianderzaad en roer er de ketjap manis en het citroensap door. Breng de marinade op smaak met zout en peper.
3. Verdeel de marinade over de kip en marineer de kip minimaal 4 uur in de koelkast.
4. Rijg de kip aan de satéstokjes. Gril de saté in een ingevette grillpan in porties in 79 minuten goudbruin en gaar. Besmeer voor extra smaak tussentijds met de marinade. Serveer met de pindasaus.
Pindasaus
1. Rooster de kemirinoten 3 minuten in een droge pan tot ze mooi bruin worden. Maal ze in de vijzel met het zout, de rawits, knoflook, vliespinda’s en de kaffirlimoenblaadjes tot een fijne pasta. Verhit 3 eetlepels olie in een pan op middelhoog vuur en fruit de boemboe al roerend 35 minuten.
2. Voeg 500 milliliter water, de ketjap manis en de palmsuiker toe. Laat 30 minuten sudderen op laag vuur en roer tot slot het citroensap erdoorheen.
Als niet iedereen van pittige pindasaus houdt, serveer dan de gesneden rawits apart op een schaaltje met een paar lepels ketjap manis en wat vers citroensap erdoor.