Rumbonen, boerenjongens en kersenbonbons. Lekkernijen uit de oude doos. Een doos kersenbonbons was in vroegere tijden een chic cadeau en voor liefden de ultieme verleiding. Je kunt die ouderwetse bonbons gewoon zelf maken. Het vergt wel een paar maanden geduld, maar je wordt dik beloond met het resultaat.
1. Was en ontpit de kersen en sorteer ze op kwaliteit.
2. Leg een eerste laag kersen in een grote weckpot (van circa 2 liter) en doe er wat suiker op en herhaal dit tot alle kersen en de suiker in de pot zitten. Giet de brandewijn erover en sluit de pot af. Zet de weckpot op een koele en donkere plek en schud iedere dag even tot alle suiker is opgelost. Na 1 tot 2 maanden zijn de kersen klaar om verwerkt te worden tot kersenbonbons.
3. Laat de kersen in een zeef uitlekken en vang het vocht op in een kom.
4. Zet alle kersen op een rooster met de steeltjes omhoog en droog de steeltjes met een föhn.
5. Verwarm de fondant tot 50 °C, doop de kersen per stuk aan de steel in de fondant en laat ze op bakpapier drogen.
6. Dip de fondantkersen in de getempereerde chocolade zodra ze helemaal droog zijn. Bestrooi de bonbons met hagelslag en laat ze hard worden.
Voor 80 tot 100 stuk: