Onze visexpert Bart van Olphen: ‘Eigenlijk is de Indonesische keuken niet in één zucht te omschrijven. Zo kennen onder andere de Sumatraanse, Balinese en Javaanse keuken uiteenlopende smaken; in het westen van Indonesië wordt heel spicy gekookt en het midden heeft een wat zoetere keuken. Dit Indonesische makreelgerecht dankt zijn bijzondere smaak aan de salam- en djeroek-poeroet: lekker spicy en citrusachtig. Je vindt ze bij de toko.’
1 Verwarm de oven voor op 180 °C. Kook de rijst volgens de instructies op de verpakking, laat droogstomen en houd warm.
2. Verwarm wat olie in een koekenpan op laag vuur en bak de sjalot en knoflook zacht samen met de suiker. Bak het citroengras, de salam- en djeroek-poeroetblaadjes 2 minuten mee. Voeg als laatste de sambal en laos toe, en blijf roeren tot het kruidenmengsel goed warm is en de smaken zijn ingetrokken. Haal dan de pan van het vuur en zet apart.
3. Leg de bananenbladeren op een schoon werkvlak en leg de makreelfilets met de huid naar beneden. Haal de salam- en djeroek-poeroetblaadjes uit het gebakken kruidenmengsel en verdeel het over de visfilets. Vouw de bananenbladeren dicht, sluit de pakketjes met prikkers en stoom ze in 20 minuten gaar in de oven.
4. Meng de basmatirijst met de limoenrasp. Serveer de ikan pepesan direct uit de oven en geef de rijst erbij.
Credits Receptfotografie David Loftus; Recepten Bart van Olphen