Courgettes zijn niet echt controversieel, maar ze krijgen vaak een lauwe reactie van veel mensen, onder wie, jammer genoeg, twee van onze collega’s in de testkeuken. De reden hiervoor is waarschijnlijk het hoge watergehalte van de courgettes, waardoor ze – tja – waterig zijn. Er zijn heel veel manieren om dit tegen te gaan – bakken en grillen zijn er twee – maar eigenlijk gebruiken we het hier in ons voordeel: we laten de courgettes rustig in hun eigen vocht garen, waardoor ze heerlijk zacht worden en de tijd krijgen om de smaak van de gebakken knoflook op te nemen. (En we zijn blij om u te kunnen vertellen dat het ons uiteindelijk lukte om onze twee over courgette twijfelende collega’s in ons kamp te krijgen.) De courgettes zijn nog heet erg lekker, maar ze zijn zo’n 15 minuten later, of zelfs op kamertemperatuur, zodra de smaken de kans hebben gekregen elkaar te leren kennen nog veel lekkerder. Maak als u vooruit wilt werken de courgettes een dag van tevoren; wacht met het toevoegen van het basilicum tot vlak voor het opdienen.
1. Zet een grote sauteerpan met antiaanbaklaag samen met de olie en de knoflook op halfhoog tot hoog vuur. Bak alles regelmatig roerend 4 minuten tot de plakjes gaar, goudbruin en geurig zijn. Het is niet de bedoeling dat de knoflook volledig bruin of krokant wordt, dus zet het vuur indien nodig iets lager. Schep 3 eetlepels olie uit de pan met de helft van de knoflook en doe dat in een schaaltje met de harissa, chilipeper, gezouten citroen en citroensap. Roer alles door elkaar en zet opzij.
2. Zet de pan weer op hoog vuur en doe er de plakjes courgette en 1. theelepel zout in. Bak alles 18 minuten, schep de courgette regelmatig om tot de plakjes heel gaar zijn en nog hun vorm hebben (de courgette moet niet bruin worden, zet daarom het vuur bijtijds laag). Roer de helft van het basilicum erdoor en schep alles op een schaal. Schep het harissamengsel over de courgettes. Laat ze zo 15 minuten staan, bestrooi ze met een snuf zout en garneer met het overgebleven basilicum.