Natuurlijk is een rijk gevulde aspergesoep van verse asperges het lekkerst. Maar heb je wat kookvocht en wat gekookte asperges over, dan is daar uiteraard ook een prima soepje van te maken.
1. Schil de asperges en breek de houtige onderkant eraf. Snijd de kopjes van de asperges, houd ze apart en snijd de rest in stukjes. Kook de stukjes in circa 10 minuten gaar in de bouillon. Pureer de asperges in de bouillon of wrijf alles door een fijne zeef.
2. Smelt de boter, voeg de bloem toe en bak deze 1 minuutje. Voeg de aspergebouillon al roerende toe en breng de soep aan de kook. Laat de soep 5 minuten zachtjes koken.
3. Klop de eidooier los met de room en giet in een klein straaltje en al kloppend een deel van de soep erbij. Doe dit terug in de pan en laat de soep heet worden. Laat de kopjes in enkele minuten in de soep zacht worden en voeg zout en peper naar smaak toe. Maak je de soep van ‘restjes’, gebruik dan het aspergekookvocht met een bouillontablet om de soep te maken en doe de kleingesneden overgebleven asperges in de soep. Voeg eventueel nog wat blokjes ham en/of fijngeprakt hardgekookt ei toe.